Verslag "Risicoanalyse in de zorgsector"
Op 14 juni vond de studiedag "Risicoanalyse in de zorgsector" plaats in de gebouwen van Securex te Aalst. Nico Knibbe was als expert uitgenodigd om te komen spreken over de Tilthermometer en Rugradar binnen de ruimere context van de ISO 12996 norm over het manueel verplaatsen van patiënten in de gezondheidssector. De presentatie en een verslag van deze boeiende studiedag met links naar de gebruikte bestanden kan u hieronder vinden.
Presentatie Nico Knibbel (Locomotion)
Risicoanalyse verplaatsen van patiënten
De risico-evaluatie van het manueel verplaatsen van patiënten staat in België nog in zijn kinderschoenen. Best zou een aanpak op nationaal niveau afgesproken worden. In Amerika heeft men dit gedaan aan de hand van algoritmes. Voor elke transfertaak is een beslissingsboom ontwikkeld die aangeeft in functie van de capaciteiten van de patiënt wat de aangewezen manier van verplaatsen is. In Engeland gaat men de werkmethode van de verzorgende evalueren aan de hand van de REBA metode, Rapid Entire Body Assessment. De methode is vergelijkbaar met de RULA en veronderstelt dat men de werknemer gedurende een lange tijd volgt of op zijn minst alle verschillende activiteiten of taken evalueert. Dat vraagt dus tijd. In Italië werd de MAPO index ontwikkeld, waarin de fysieke belasting op afdelingsniveau wordt uitgedrukt in één cijfer. Op een half uur tijd kan men een beoordeling maken en laat één cijfer niet meteen zien waar de knelpunten juist zitten. In Nederland wordt gewerkt met de Tilthermometer. Er wordt afgetoetst of de vereiste hulpmiddelen in functie van de mobiliteit van de patiënt effectief gebruikt worden.
REBA - MAPO - Tilthermometer
Mobiliteitsklassen
De zelfstandigheid van de patiënt wordt uitgedrukt in mobiliteitsklassen. Oorspronkelijk was er een ruwe indeling in drie groepen: actief, passief en half-passief. Dit is uitgegroeid tot een indeling in vijf mobiliteitsklassen:
- A: actief
- B: actief, maar hulp nodig
- C: half-passief, heeft nog rompbalans
- D: half-passief, zonder rompbalans
- E: volledig passief
Praktijkrichtlijnen
Het concept in Nederland is dat men eerst praktijkrichtlijnen definieert en vervolgens de toepassing ervan evalueert aan de hand van de Tilthermometer voor verzorgende taken of de Rugradar voor ondersteunende taken. De praktijkrichtlijnen zijn biomechanische grenswaarden, die wetenschappelijk onderbouwd zijn. Tillen mag bvb. niet zwaarder dan 23 kg gebeuren. Deze grens is dan vertaald naar de praktijk toe, namelijk voor de transfer van bed naar zit is bij de half-passieve patiënt steeds een actieve tillift verist. De praktijkrichtlijnen zijn op nationaal niveau afgesproken en worden mee gedragen door de inspectie. In functie van de mobiliteit van de patiënt worden de nodige hulpmiddelen bij de verschillende transfers vastgelegd.
Praktijkrichtlijnen zorg (.pdf)
Praktijkrichtlijnen ondersteunende diensten (.pdf)
Tilthermometer
De tilthermometer is een risico-evaluatie op afdelingsniveau. Men deelt de patënten in volgens de verschillende mobiliteitsklassen, waardoor de vereiste hulpmiddelen volgens de praktijkrichtlijnen vastliggen. Het effectief gebruik hiervan wordt beoordeeld in de Tilthermometer. Het eindresultaat is een grafie die duidelijk maakt, waar de knelpunten zich bevinden.
Tilthermometer (.xls)
Rugradar
Voor de ondersteunende diensten is de Rugradar ontwikkeld. Ze voeren uiteenlopende taken uit, waarvoor er ook praktijkrichtlijnen zijn afgesproken. In een participatief overleg met de individuele werknemer wordt gekeken welke taken ze moeten uitvoeren met welke gewichten en krachten. De evaluatie kan subjectief gebeuren door te vragen of dit beter kan ofwel objectief door af te toetsen aan de praktijkrichtlijnen. Het eindresultaat wordt uitgedrukt in een radar. Op individueel niveau zou dit zijn welke taken zich respectievelijk in een groene, gele of rode zone bevinden. Op functieniveau kan men het aantal mensen aanduiden die subjectief of objectief negatief scoren of de verschillende risico's.
Rugradar (.pdf)
Interventies en opleidingen
Om de fysieke belasting te verminderen, bestaan er vele hulpmiddelen. Deze staan opgelijst in een databank die vrij te raadplegen is via onderstaande link. In functie van de mobiliteit van de patiënt wordt een opsomming gegeven van de mogelijke hulpmiddelen voor een gekozen transfer of verzorgingstaak. Een andere maatregel is opleiding van de verplaatsingstechnieken. Een overzicht van alle technieken met bijhorend filmpje zijn handige hulpmiddelen tijdens opleidingen om de technieken correct aan te leren.
Een andere tool die ontwikkeld werd zijn e-lerarning modules waarin men zijn verworven kennis zelf kan evalueren door het invullen van zeer praktische vragen over bijvoorbeeld het gebruik van glijzeilen. Zo zijn er verschillende modules ontwikkeld die op een speelse en doortastende manier kennis bevragen.
https://www.goedgebruik.nl/
https://www.free-learning.nl/
De studiedag was een voltreffer met een volledig gevulde zaal. Nico Knibbe maakte zijn rol als expert waar op een zeer gemoedelijke en interactieve manier. Geen vraag was voor hem teveel. Steeds opvallend bij deelnemers aan studiedagen over de zorgsector is de passie en gedrevenheid waarmee ze spreken. Uitdaging zal zijn om een breed draagvlak te creëren zodat er ook in Vlaanderen/België een standaard aanpak kan groeien, dat dan als kader kan dienen voor de mensen op het terrein.
Verslag: Roeland Motmans