Verslag "Fysieke belasting in de zorg"
De workshop op 6 september rond "Fysieke belasting in de zorgsector" was een voltreffer. Met dank aan Kristien Selis (Eur Erg) die zorgde voor een mooie locatie op UZ Leuven en de inhoud. Onder de 17 deelnemers was een goede mix tussen mensen van de ziekenhuizen zelf en externe preventieadviseurs. Dat leverde heel wat input en ideeën om verder over na te denken. In de workshop werden drie topics behandeld, waarvan de resultaten hieronder kort worden toegelicht.
1. Ergonomiebeleid
Om tot een efficiënt beleid te komen om de fysieke belasting van de medewerkers aan te pakken, zijn een aantal stappen noodzakelijk.
- Draagvlak creëren
Het overtuigen van de directie om te investeren in het personeel staat met stip genoteerd. Ze moeten meer dan een "go" geven, de inborst om het personeel kwaliteitsvol te behandelen moet aanwezig zijn. Het argument van een goed personeelsbeleid is belangrijker dan het argument van geld. Uiteindelijk zal de directie toch bereid moeten zijn om in een blinde put te stappen, waarvan het financiële voordeel pas vijf jaar later zal volgen. Kosten-batenanalyses komen pas later in de rit aan bod. Het argument van geld heeft soms ook een omgekeerd effect: men investeert alleen in ergonomie wanneer er subsidies zijn. Vaak komt dit neer op opleidingen geven, die ook stoppen wanneer de subsidie stopt. De overtuiging van ergonomie bij de directie kan dan via de hiërarchische lijn doordruppelen tot op de werkvloer tot het hele ziekenhuis doordrongen is.
- Overlegstructuren
In het overleg zijn drie groepen belangrijk: stuurgroep, werkgroep ergonomie en groep referentieverpleegkundigen. De stuurgroep bepaalt de visie en zet de lijnen uit. Hierin zit een vertegenwoordiging van directie, personeel, aankoop, onderhoud, planning, artsen en paramedisch personeel. De werkgroep is dan uiteindelijk het uitvoerend orgaan. Bij hen komen de vragen terecht rond aankoop van rolstoelen, bedden, hulpmiddelen, deze mensen zetten de testfase op en maken de uiteindelijke keuze van materiaal, die dan hogerop wordt gecommuniceerd. Tot slot is er de groep referentieverpleegkundigen. Deze sleutelfiguren op de werkvloer moeten niet alleen samenkomen voor permanente opleiding, maar ook voor overleg.
- Risico's inventariseren en evalueren
Het inventariseren van de risico's werd op twee manieren begrepen: de verpleegkundige die een patiënt moet verplaatsen dient eerst de omstandigheden in te schatten, de preventieadviseur daarentegen dient de fysieke belasting globaal in kaart te brengen en liefst nog met een kleurencode. De nieuwe ISO 12296 norm beschrijft dergelijke objectieve risico-evaluatiemethodes, maar in Vlaanderen zijn we daar nog weinig vertrouwd mee. Op basis van dergelijke methodes kan ook bepaald worden hoeveel tilliften, glijzeilen,... nodig zijn.
De andere inschatting van de risico's gebeurt door de verpleegkundige aan het bed. Ze moet beslissen welke de beste manier is om een patiënt te verplaatsen. Dat is moeilijker in een standaard te gieten, het hangt immers af van wat de patiënt op die moment kan. Binnen de rusthuizen zal dat redelijk constant zijn, maar binnen orthopedie kan dat snel variëren. De patiënten in vaste categorieën verdelen, is daarom niet altijd zinvol. De keuze van verplaatsingstechniek gebeurt op maat van de moment. De kijk van de preventieadviseur zoekt ook hier toch naar richtlijnen of objectieve criteria. Op basis van steunfunctie en gewicht zou zo kunnen bepaald worden of er twee verzorgers, tillift of glijzeil nodig zijn.
- Actieplan implementeren, evalueren en verankeren.
2. Aankoopcriteria
De aankoop van nieuwe hulpmiddelen gaat best gepaard met advies van de werkgroep ergonomie. Daarvoor wordt meestal een testfase ogpezet om de subjectieve inbreng van de medewerkers te bevragen. Naast objectieve criteria dienen er dus ook aandachtspunten meegegeven te worden voor tijdens de testfase. Een brainstorming leverde volgende aspecten op:
- Ziekenhuisbed
Afmetingen: hoogte, breedte en lengte
Hoog-laag bed: van zithoogte tot heuphoogte grootste mens
Aanpasbaarheid: lengte
Elektrische bediening
Rijden: wendbaarheid en stuurbaarheid
Rijden langere afstanden: PTS (patient transfer system, "elektrotrekker")
Standen: zetelpositie, Trendelenbrug (ook thuiszorg), semi-Fowler positie
Gebruiksgemak
Compatibel met andere apparatuur
Afneembaar hoofd- en voetuiteinde
Onrusthekken: gebruik, veiligheid, handbediening geïntegreerd
Papegaai: aanpasbaarheid (lengte, voor-achter, zijwaarts)
Plaats matrashouder
Extra stopcontacten
Ankerpunten voor fixatiemateriaal
Logische bediening (rood-groen voor voetpedaan, begrijpbare iconen
Voetbediening: voet moet kunnen steunen (niet door tenen op te trekken)
- Glijzeilen
Anti-decubitus
Incontinentie
Glijmat (dubbel) geniet voorkeur, glijlaken (enkel) op RX afdeling
Reinigen (60°C): protocol opstellen
Hygiëne: glijzeil onder steeklaken, glijzeil per patiënt (?), desinfecteren met spray,...
Formaat: 70 x 100 cm
Blijft liggen: ja op intensieve (passieve patiënt), tenzij conta-indicatie
Om gebruik te bevorderen glijzeilen op verzorgingskar voorzien
3. Verplaatsingstechnieken
Als uitgangspunt werd gevraagd om een "patiënt" hogerop te schuiven in bed. Bedoeling was te achterhalen welke "techniek" de deelnemers hier toepassen of hoe ze hiertoe komen. Als snel werd duidelijk dat verpleegkundigen met heel wat aspecten dienen rekening te houden. De eerste groep had aan de zorgbehoevende twee gebroken benen gegeven met harde gips.
- Communicatie met patiënt
Aan de hand van enkele vragen tracht de verzorgende een bredere beeld te krijgen van de patiënt. Belangrijk daarbij zijn wat hij nog zelf kan en zijn gewicht. Daarna is het ook belangrijk om duidelijk uit te leggen wat men als verzorgende gaat doen. Dit vermindert de weerstand tijdens het uitvoeren van de verplaatsing. De zorgbehoevende voelt zich meer op zijn gemak.
- Bepalen van de mogelijkheden
De patiënt weegt 90 kg. Deze wordt dus niet alleen verplaatst en eigenlijk ook niet per twee, een glijzeil is noodzakelijk. Onder de gips van de benen wordt een rol geplaatst. Het bed zelf wordt op heuphoogte geplaatst. Bij twee verzorgenden vormt de kleinste eerder de referentie. Eens op hoogte wordt het bed in Trendelenburg geplaatst. Het hoofddeel is daarbij eerst wat gekanteld zodat in Trendelenbrug dit deel horizontaal staat.
- Actie: de verplaatsing
Over het uitvoeren van de verplaatsing is er weinig discussie. De "techniek" op zich wordt door de meesten op een gelijke manier uitgevoerd. Dat maakt ook duidelijk dat tijdens een opleiding van verzorgenden de technieken slechts een onderdeel zijn. De denkwijze of het beslissingsschema om tot de verplaatsing te komen is belangrijker. Ook in de opleiding van verpleegkundigen moet hier meer aandacht voor zijn. Het overlopen van een DVD met technieken schiet hier tekort.
Bij het aanleren van een ergonomische kijk, gelden volgende aandachtspunten:
- vertrekken van kennis van persoon: kennis en manier van werken gebruiken als start ("toon eens")
- vertrekken van natuurlijk bewegingspatroon
- kijken naar: wat kan patiënt, welke hulpmiddelen aanwezig, welke omgeving?
- werken op houding: juiste houding
- rugsparend leven: ergonomie thuis en voldoende beweging
- leren bewust omgaan met je lichaam
Verslag: Roeland Motmans