Intervisie industrie
De intervisie industrie rond de structurele risicoanalyse ergonomie was een verrijking met mooie praktijkvoorbeelden. Met dank aan Daikin om VerV te ontvangen en ons onder te dompelen in hun aanpak.
Daikin (presentatie.pdf)
De geschiedenis van ergonomie bij Daikin gaat terug tot voor 2010. Een reactieve aanpak van de knelpunten was de gangbare praktijk. Vanaf dan werd overgestapt naar een eigen methode, die alle ergonomische risico’s integreert. Volgens pareto werd een grenswaarde gedefinieerd waarboven actie vereist was. De vakbonden konden elke kwartaal werkposten aanbrengen, die de ergonoom dan ging evalueren met opvolging van de maatregelen.
Later stapte men over naar de software van EHS Velocity waarin alle analyses mooi gedocumenteerd worden. Ook hier stelde men een grenswaarde “30”, die leeft in heel de onderneming bij de verschillende stakeholders. Om de werkposten voor analyse te selecteren, introduceerden ze ook een screeningmethode gebaseerd op de checklist fysieke belasting uit NL.
Voor nieuwe werkposten willen ingenieurs uiteraard die “30” niet overschrijden. Daarvoor doen ze nu een evaluatie tijdens het ontwerp. Met het Siemens pakket (Jack) kan men de werkpost beoordelen met een 3D computermodel. De gemiddelde vrouw vormt daarbij de referentie.
Structurele risicoanalyse
Daarna volgden praktijkvoorbeelden van bedrijven die ergonomie op een structurele manier aanpakken. Bij Delhaize gaat men participatief tewerk rond 9 risicofactoren, die dan automatisch leiden tot een kwantitatieve score. Dit gebeurt met een eigen methode, gebaseerd op de INRS fysieke belasting. Er is ook een rechtstreekse koppeling met JAP en GPP om er iets aan te doen.
Bij Volvo Cars spoort men ergonomische risico’s op met de eigen RAV methode. Het kwantificeren gebeurt met eveneens de eigen VERA methode. Deze is geïnspireerd op de RAMPII. Meer dan 1000 werkposten ondergingen reeds deze toets. Bij CNH is de MURI methode de standaard. Deze bekijkt voor elke taak per handeling 15 risicofactoren op een 3-punten schaal. Dit levert een totaalscore op per handeling en een score per lichaamsregio. Bij Umicore tenslotte start men ook met een screening om dan per werkpost een uitgebreide checklist te overlopen. De werkpost wordt in zijn volledigheid van risico’s beoordeeld. Preventiemaatregelen vormen een essentieel onderdeel van de risicoanalyse.
Documenteren
Volvo Cars documenteert alle analyses in Sharepoint. Daar kan met het document labelen zodat men een overzicht heeft van risicoscores en kan selecteren. Delhaize heeft daar zijn mosterd gehaald en houdt de risicoanalyses en maatregelen op eenzelfde manier bij. Bij CNH verzamelt men alles in een Excel, waarbinnen dan ook de opvolging gebeurt.
De opvolging van de preventiemaatregelen gebeurt doorgaans op het CPBW. Deze bepalen de prioriteiten en volgen de genomen acties op. Ze krijgen elke maand een overzicht van de risicoanalyse en stand van zaken.
KPI’s kijken veelal naar het aantal uitgevoerde analyses. Echt wegen op een beleid of cultuur doet men daar nog niet mee. Bij Delhaize kijkt men veel verder door de resultaten van de risicoanalyse en het ondernemen van acties als maatstaf te nemen. Door de interne bedrijfsartsen hebben ze ook data voor lichamelijke klachten en oorzaken van middellang verzuim. Voor ergonomie zou het interessant zijn om dit te koppelen aan de risicoanalyses om zo onze meerwaarde meer zichtbaar en meetbaar te kunnen maken.
Deze intervisie was een hele namiddag uitwisselen van ervaringen. Het bood de nodige inspiratie om zelf verder mee aan de slag te gaan. Een grote dank aan Pieter Collier voor het organiseren van deze intervisie bij Daikin! Daarbij ook een pluim voor de praktijken van Hendrik Mortier (Volvo Cars), Veerle de Coninck (Umicore), Matthias De Vusser (IDEWE voor CNH) en Roeland Motmans (Delhaize). Wie graag ervaringen uit de praktijk wil horen of zelf delen, dan zijn de intervisies zeker de moeite waard!