Verslag poll "Bureelergonomie"
In de vorige nieuwsbrief konden jullie jullie mening geven over bureelergonomie. Aanleiding was het nieuwe normvoorstel van de Nederlandse praktijkrichtlijn, NPR 1813. Een rode draad doorheen de uiteenlopende antwoorden kan je hieronder terugvinden:
1. Bureaustoel
In het normvoorstel worden verschillende criteria aan de bureaustoel opgelegd in functie van type werkplek en de duur van gebruik. Dit wordt niet gevolgd door de respondenten.
Het uitgangspunt van een ergonomische bureaustoel is dat deze goed ingesteld kan worden in functie van de gebruiker. Wie ongeveer gemiddelde lichaamsmaten heeft, heeft geen ruim verstelbare stoel nodig. De meerwaarde van een norm is echter dat het een goede standaard is voor een grote groep mensen. Dit is onafhankelijk van de duur dat ze erop zitten en onafhankelijk van het type werkplek. Het normvoorstel NPR1813 beschrijft nu vier types stoelen. In praktijk kan men moeilijk een etiket op elke stoel gaan kleven waarvoor of hoe lang hij gebruikt mag worden.
De Europese norm, EN1335, wordt als een minimum beschouwd om te spreken van een ergonomische bureaustoel. Er zijn immers nog redelijk wat beperkingen aan deze norm. De zitdiepte, hoogte armsteunen en hoogte lage rugsteun zijn vaak niet voldoende verstelbaar. Er ligt te weinig nadruk op het zitten met een open heuphoek. Dat vertaalt zich in een beperkte zithoogte en enkel een achterwaartse kanteling van het zitvlak die gevraagd wordt. De NPR1813 komt aan de meeste van deze beperkingen tegemoet.
2. Bureautafel
Voor de bureautafel is er een algemene consensus dat deze verstelbaar moet zijn. Er wordt eveneens geen onderscheid gemaakt naar type werkplek of gebruiksduur. De vaste (niet-verstelbare) tafel zou moeten verdwijnen. Een zit-statafel wordt als een mooie optie beschouwd. Verschillende respondenten opperen om bij intensief computerwerk zit-statafels als standaard te voorzien. Hoe meer de aankoop van zit-statafels gestimuleerd wordt, hoe meer de prijs zal zakken. Een mogelijke optie is ook om te kiezen voor een combinatie: één derde van de tafels zijn dan bijvoorbeeld zit-statafels.
De discussie over de nodige verstelbaarheid van zit-statafels, tot 125 of 130cm, werkt verwarrend. Beter is hier één maat te kiezen in de norm. In de antwoorden komt geen duidelijke waarde naar voor.
3. Hulpmiddelen
Bij bureelwerk horen heel wat specifieke hulpmiddelen. Hierover was een redelijk goed consensus te vinden.
Headset. De duur van het telefoneren is niet bepalend, maar wel het soort werk dat men uitvoert. Wanneer telefoneren een deel is van de functie, dan is een headset aangewezen. Anderen geven als criterium wanneer telefoneren gelijktijdig dient gecombineerd te worden met computerwerk.
Laptophouder. Vanaf één of twee uur werken op een laptop is een laptophouder noodzakelijk. Anderen stellen een groot scherm voor bij lang laptopwerk omwille van de betere beeldkwaliteit. In het kader van flexibel werken is een licht en plooibaar model van laptophouder aangewezen.
Documentenhouder. Bij frequent overtypen van documenten zou een documentenhouder standaard moeten zijn. Deze taken komen misschien minder voor, maar ze bestaan nog steeds.
Voetensteun en specifieke werkplekverlichting. De algemene tendens is dat deze mogen verdwijnen. Bij een verstelbare tafel is een voetensteun niet meer nodig, bij een goede algemene verlichting geldt dat ook voor het bureaulampje.
4. Alternatieve stoelen
Dynamische werkvormen worden unaniem aanbevolen in de antwoorden. Over de alternatieve zitelementen op zich, werden volgende aandachtspunten verzameld:
Zadelstoel. In het kader van staand vergaderen kan een zadelstoel wel bijdragen aan extra houdingsafwisseling. De hoogte van de gaslift moet wel afgestemd zijn aan de tafelhoogte. Voor zittend vergaderen is dit geen goede keuze, dan zijn meer kwaliteitsvolle vergaderstoelen belangrijk.
Loungezetels. Voor vergaderingen met beperkt typen, is dit een goede optie. De zetels zijn echter veelal te diep en te laag. Ander aandachtspunt is voldoende ondersteuning in de lage rug.
Staand vergaderen. Onder het motto “hoe meer variatie, hoe beter” is staand vergaderen een gezonde oplossing. Ideaal gezien is de vergadertafel dan ook verstelbaar. De duur van de vergaderingen dient wel beperkt te blijven. Voor sommigen is dit tot 15 minuten, voor anderen tot 30 minuten.
Dank aan allen die geantwoord hebben op de poll. Het was een zinvolle oefening om de uiteenlopende meningen samen te brengen tot één rode draad. Deze zal nog verder bediscussieerd en verfijnd worden in de nabije toekomst.